Bordje

Mijn kinderen zijn bij mij op het eten. Dat komt niet zo vaak voor. Er moet een reden voor zijn en die is er dit keer. Doet er niet welke, volkomen irrelevant voor het verdere verhaal. Als we zo bij elkaar zijn komen er verhalen van vroeger. Zo achteraf zijn het ook bijna nog evaluaties van een min of meer geslaagd opvoedingsproces. Kleine anekdotes die al veel vaker verteld zijn, maar soms is er dan opeens een nieuw verhaal of wordt een oud verhaal in een nieuw licht gezet. Vooral dochterlief is een ster in het opdissen van dit soort kleine geschiedenissen en weet zij zich dingen te herinneren die ik al lang vergeten ben of zo diep weg liggen dat bij het vertellen ze mij als volmaakt nieuw toeschijnen.
We zijn aan het toetje toe. Een eenvoudig dessert, aardbeien met kwark. Er zijn dessertbordjes uit de kast gepakt, een bonte verzameling, in de loop der jaren opgebouwd. Dochterlief blijkt het bordje te hebben dat in haar jeugd, dertig jaar geleden al, haar lievelingsbordje was. Op de een of andere manier is het destijds bij de boedelscheiding bij mij terecht gekomen. Zo’n typisch Engels bordje met een idyllische afbeelding. Een paard op een jaagpad trekt een schuit voort. Een dorpje op de achtergrond. En dan, terwijl zij haar toetje lepelt, vertelt zij het verhaal van dit bordje. Zij vond het altijd zo sneu dat het paard bij het dessert onder de vla verdween en dat ze bang was dat het paard zou verdrinken in haar vanillevla. Ze at dan heel snel, precies over de afbeelding van het paard, dat dan weer, althans in haar beleving, vrijelijk kon ademhalen. Natuurlijk stroomde de overgebleven vla weer over het paard heen, dus het was een kwestie van snel dooreten om het paard van een gruwelijke verdrinkingsdood. Haar sisyphusarbeid van toen had al een teken kunnen zijn dat zij het in de dierhoudkunde nog ver zou brengen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *