Boekhonger

De pandemie die nu al een hele tijd in zo goed als de hele wereld huishoudt  heeft er ook voor gezorgd dat tal van min of meer slapende woorden weer tot het daagse spraakgebruik zijn gaan behoren. Het woord pandemie is daarvan zelf een goed voorbeeld. Epidemie, dat kenden we. Er ging geen jaar voorbij of ons land werd wel in meer of mindere mate geteisterd door een griepepidemie. Soms trof die het hele land, soms maar een gedeelte. Radio en krant hielden ons keurig op de hoogte door te melden dat de epidemie werd verwacht in het noorden of juist in Zeeuws-Vlaanderen weer op zijn retour was.
Een ander woord dat afgestoft werd en weer geregeld gebruikt wordt is het woord huidhonger. In mijn Dikke van Dale van 1984 komt het woord nog niet voor. In een latere uitgave wel, waar het gelieerd wordt aan de behoefte aan aanraking, met name bij baby’s. Maar nu wij in het nieuwe normaal onze weg moeten zien te vinden heeft het verplicht afstand houden op anderhalve meter tot gevolg dat we dan mogelijk wel gevrijwaard worden van het coronavirus, maar dat er ook heel veel mensen zijn die last hebben van huidhonger. Als je het woord googelt krijg je maar liefst 87.000 resultaten.
Door de restrictieve maatregelen heb ik ook last van huidhonger. Ik vind het vervelend dat ik familie en vrienden niet meer mag bejegenen op een manier die ik gewend was. Maar brave burger als ik ben houd ik mij, zij het met de nodige tegenzin, aan het gebod.
Als gevolg van de ons zelf opgelegde volgzaamheid waren Gade en ik lang niet meer in onze favoriete boekhandel geweest. Gezegd moet worden dat het via Internet bestellen zeer goed mogelijk was en de boekhandel in no time je de bij hen bestelde boeken thuis afleverde, maar dat kon het struinen in de winkel zelf toch niet vervangen, het doorbladeren van een boek, een stukje lezen, het weer terug leggen en uiteindelijk toch aanschaffen. Maanden hadden we dat niet meer gedaan. We hadden boekhonger. Eergisteren hebben we die gestild en weer wat leesvoer aangeschaft en boeken aangeraakt. Nu de ander nog.