Bijna

Tientallen jaren zijn er verstreken sinds ik haar geregeld zag rond een vergadertafel. Bijeenkomsten die vaak eindigde in samen nog even ergens iets drinken en met elkaar kletsen. Ik mocht haar zeer en nam gemakshalve aan de dat wederzijds was. Na zo’n sessie, waarbij het altijd later werd dan gedacht fietste ik, de hoffelijkheid zelf, dan met haar mee tot bij haar huis. Verder niets. Het woord knuffel leek in die tijd nog niet te bestaan of misschien herinner ik mij dat niet meer. We hebben het nog over de vorige eeuw. Veel later word ik nog gevraagd als trouwambtenaar bij het huwelijk van haar dochter in 2000. En daarna spreek ik nog een keer bij haar af op de koffie. En dan verwaterd het contact en wordt het louter een herinnering, een zoete herinnering. Zo een waarbij je mijmerend weg kunt dromen en fantaseren hoe het allemaal misschien ook best anders had kunnen lopen als. Ja, als wat?
Het is zondagmiddag, een grijze zondagmiddag. Zo eentje die geknipt lijkt voor bioscoopbezoek. We vertrekken eigenlijk te laat van huis en moeten ons haasten op tijd in de bioscoop te zijn. Als ik mijn fiets in de stalling zet flitst er iemand langs me heen, die door de fietsrekken uit het zicht verdwijnt. Ze wordt gevolgd door een meneer die wel bij mij stopt. “Hé Jan, wat leuk je te zien. Hoe is het toch met  je.  Lang niet gezien.” Hij maant mij te wachten tot zij haar fiets heeft weggezet. “Zij zal het leuk vinden je weer te zien na al die jaren!” Ik zeg dat over twee minuten onze film begint. “Doe haar meer dan de hartelijke groeten!” Hij belooft dat te doen.
Aan de arm van Gade hobbel ik sneller dan ik aan kan naar de bioscoop en plof naar adem happend in de filmfauteuil en zie de Poolse film Cold War. Past perfect bij deze zondagmiddag, waar ik haar net miste.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *