Bergdorp

Ik ben een stadsmens. Buiten Nijmegen alleen in Amsterdam, Arnhem en Eindhoven gewoond. Heb ik iets met dorpen? Ik vind ze aardig voor vakanties of een weekendje weg en kan me uitstekend in een dorp vermaken. Drie weken in een mooie boerderij in de Bourgogne is geen straf voor me. En een verblijf in een bergdorp in Italië of de Franse Alpen: niet slecht. Ik bewaar de beste herinneringen aan Pieve di Ledro of St. Nicolas de Véroce of St. Genoux le National. Dorpjes met een klein café waar de waard na een paar dagen al weet dat hij twee café au lait of due cappuccini kan maken als Gade en ik komen aankuieren. Vaak met een Nederlandse krant onder de arm, want er is geen gat zo klein of er is een Volkskrant of in het slechtste geval een Telegraaf te krijgen.  En dan zitten op een terrasje, nog een consumptie en de loomheid van een vakantiedorp in je opnemen.
Hoe ik op deze overpeinzing kom? Associaties zijn zo simpel. Gistermiddag had ik weer dat uurtje kwalitijd (nee geen verschrijving, maar een plat neologisme) bij mijn zo aardige  zangjuf. Oefeningen doen, het opgegeven lied van de vorige keer samen doornemen en een nieuwe opgave uitzoeken. Na “Lachen und Weinen”van Schubert mag ik nu aan de gang met “Het Dorp”. Dat dorp waar het tuinpad van m’n vader lag. Oorspronkelijk is het een Frans leid van Jean Ferrat. “La Montagne”. Ook een tekst vol heimwee van de stedeling naar de bergen waar hij vandaan kwam. Bergen die vooral mooi zijn als de herfst komt. Het lijkt zo makkelijk. Een bekend lied zingen. Maar dan liggen de valkuilen van vuile glissando’s en net verkeerde inzetten op de loer. Zangjuf wijst me er streng maar rechtvaardig op. Ik moet zelfs de ‘j’ in boerderijen zingen en adem nemen, om zinnen in een adem te zingen. De komende weken zal “Het Dorp”geregeld klinken. Maar ik zal ook al die keren denken aan de bergdorpen St. Nicolas  of Pieve. Het worden mooie weken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *