Bekeerling

Ik kom ze gelukkig niet al te vaak tegen. Of misschien ook wel, maar dan heb ik het niet in de gaten, omdat hun bekering niet ter sprake komt. Maar als ze ooit bezig gaan over waartoe ze bekeerd zijn, is het hek van de dam. Ooit was ik lid van een kerkbestuur. Het was in de jaren 70 en het leek toen even of er in de kerk ruimte was voor creativiteit, inspiratie en bezieling en dat de wet er was voor de mensen en de mensen niet voor de wet. In dat bestuur zat een bekeerling. Hij was niet bij geboorte al lid van de roomsche kerk. Maar aan hem waren de (achteraf kortstondige) verdiensten van het 2e Vaticaanse Concilie volledig voorbij gegaan. Hij was recht van lijn en leer. Hij was roomser dan de paus. Later kreeg hij het gelijk aan zijn zijde. Van de kerk bleef weinig over. Een compacte kerk, noemde Simonis het ooit eufemistisch.
Gisteren ontmoette ik weer een bekeerlinge in dit geval. Het was bij het stadsgesprek dat de schouwburg organiseerde. De directeur presenteerde zijn visie, bevlogen en met nuance. Het commentaar van de directeur van een aanpalende instelling was adequaat, de vertegenwoordiger van een koepelorganisatie bracht het breder verband aan, de recensente stak een hart onder de riem en de voorzitter van een plaatselijke stichting prees de samenwerking. Mooi, een avondje saamhorige en kritische betrokkenheid. Maar ook de vertegenwoordigster van het bedrijfsleven sprak. Een onderneemster die het licht was opgegaan. Zij had de kunst en cultuur ontdekt. En dat terwijl ze toch maar uit een arbeidersgezin kwam. Maar nu was het haar duidelijk geworden. Zij had haar leven herijkt en verrijkt. En ieder ondernemer moest vriend van de Schouwburg worden. Als een Jehovagetuige op een te vroege zondagochtend prees zij haar overtuiging aan. Het maatschappelijk verantwoord ondernemen was vleesch geworden. Niemand kon en mocht  zonder cultuur! verkondigende zij. Het viel mee dat ze nog net geen Alleluja riep.
Pas op schouwburg, met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.

1 reacties op Bekeerling

  1. Gerard Fasel schreef:

    Dag Jan, ik zat ook in de zaal, al licht grieperig. Heb daarom o.a. jou en je gade niet kunnen spreken, want was benieuwd naar jouw/jullie mening, in retrospectief als oudgedienden in de Nijmeegse culturele wereld. Ben daarna een paar dagen toch nog ziek geweest, al weet ik dat niet aan Jehovah of getuigen daarvan, eerder aan mijn tegen beter weten in toch aanwezig zijn. Vandaag weer wat opgekrabbeld, zette ik me aan jouw blogs. En zo krijg ik alsnog jouw mening over het stadsgesprek tot me.
    Je geeft “de bekeerling” er wel heel flink van langs. En dat terwijl we jarenlang toch zieltjes hebben geprobeerd te winnen voor kunst en cultuur, jij aan de ene, ik aan de andere, maar uiteindelijk aan dezelfde kant. Maar we houden het in de gaten. Ook een gewaarschuwde schouwburg telt voor twee!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *