Jong waren we,
jonge jongens,
jongetjes nog.
We verkenden elkaar
en wat we vonden,
-we wisten vaag van zonden-,
dat had geen naam.
Toen nog niet
en nu niet meer.
Ouder nu, veel ouder.
Er isĀ alleen herinnering.
Durf me zelf te horen:
Liefde van toen,
lang, lang verloren.