Een terloops gesprek. We hebben het over nieuwe inzichten en de vraag is hoe je daar mee omgaat. Mijn gesprekspartner is onlangs op congres geweest, maar leest nu een artikel dat de bevindingen van dat congres wat weerlegt. Hij zelf is wel gecharmeerd van de uitkomsten van die bijeenkomst. Maar het opvolgen daarvan betekent voor hem wel een andere aanpak van zijn werkwijze. En dat vergt nogal wat van iemand. Zeker als er ook in je hoofd nogal wat knoppen moeten worden omgezet. Het is alsof je je dan helemaal leeg moet maken en op de lege plekken kan dan het nieuwe inzicht postvatten. Ik merk op dat je heel wat moet afleren om weer te kunnen bijleren. Het is of een hele tijd de nieuwe en oude inzichten met elkaar strijden om voorrang. Misschien is leren vooral ook een kwestie van afleren.
Toen mijn zoon een jaar of drie was (dat is alweer bijna een mensenleeftijd geleden) en zich zoals elk 3-jarige in een vrij complete levensfase bevond, bedacht ik mij hoeveel hij nog bij moest leren om ongelukkig te worden. Ik herinnerde mij de lessen filosofie van pater Martinianus op mijn academie in Eindhoven, die ons de denkwijze van de Franse christelijke existentialist Gabriel Marcel bijbracht. Ik zat niet voor niets op een katholieke academie. Marcel had gezegd dat met onze kennis het contact met het onbekende toenam (avec notre connaissance accroît le contact avec l’inconnu). Ik vind dat nog steeds een even verontrustende als geruststellende stelling. Hoe meer we weten, des te meer weten we ook dat er nog veel meer is om te weten. Een oneindig aantal te weten dingen, waarvoor een leven niet lang genoeg is en de eigen kennis tekortschiet. Dan is het goed ook weer dingen af te leren, zodat er ruimte komt voor nieuwe zaken of voor misschien wel helemaal niets. Misschien worden we dan wel weer de onbevangen 3-jarige die de wereld neemt zoals die is. Zonder zich allerlei overbodige zaken af te vragen.
Misschien is het nieuwe leren wel afleren. Ik vraag me af of ik dat nog kan leren.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Niet zo somber Jan, volgens Martin Gaus komt dat vanzelf goed, met geduld, consequent zijn en belonen. De beste manier om ongewenst gedrag af te leren is nieuw, gewenst gedrag aanleren. Het verouderde patroon verdwijnt op den duur vanzelf! En dat geldt ook voor ouwe honden.
Het deurbelsyndroom als voorbeeld: wanneer een hond alle bezoek aanblaft of bespringt, kun je hem leren dat hij bij het geluid van de bel op een kleedje in de gang gaat liggen, wacht tot na de begroeting en eventueel het rustig plaatsnemen van het bezoek, daarna volgt natuurlijk de beloning.
Ik weet waarover ik spreek, want heb 2 jaar lang alle Gaus-cursussen gevolgd met mijn mormeltje. Helaas bedenk ik me nu ineens dat wij mensen toch wat gemankeerde dieren zijn, en dat wij niet allemaal een persoonlijke trainer hebben……….. Nou ja, maar als het ons desondanks lukt om iets nieuws te leren, dan worden die hersenen dus vast vanzelf opgeschoond. “Tsjakka!”