Tussen 8.00 en 13.00 uur zouden ze kunnen komen. De schrijvers van voorlopig het laatste hoofdstuk in mij glasvezelavontuur. Ik zou worden aangesloten op het glasvezelnet. Althans de glasvezel zou mijn huis binnengeleid worden. Zowel in het bovenhuis als in het benedenhuis. Al maanden lang piepten twee oranje kabeltjes met een zwart afsluitdopje bij mijn voordeur uit de grond. Een tijdje geleden waren de dopjes weg, de kabeltjes een beetje geknakt en toen kwam de brief met als onderwerp ‘Eindelijk. Glasvezel bij u in de straat’. Ze, de glasvezelaars, hadden zelf wel door dat het allemaal erg lang geduurd had. Tijd te over voor mij om van alles te beleven met de aanbieders van glasvezel. Ik vertelde er eerder over. Ik ga nu niet nog eens vertellen over de telefoontjes, brieven en mails die ik met hen wisselde over een abonnement dat toch geen abonnement was en het uiteindelijke resultaat dat een abonnement dat ik niet had met onmiddellijke ingang werd stopgezet.
Van alle kanten was mij aangeraden om de aansluiting in mijn huis wel te laten aanleggen want in de afspraakbrief over wanneer mijn huis aan de beurt zou zijn, stond een dreigend P.S.: “Wilt u in een later stadium alsnog glasvezel, dan moet de straat speciaal voor u open en is de aanleg dus niet langer kosteloos.”
Om half negen wordt er gebeld. Drie mannen met echt werkkleding en stevige schoenen. Ik heb op ze gerekend. Zij op mij. Ze nemen bezit van de beide huizen. Banken worden weggeschoven, plaatsen aangewezen waar de aansluiting zal komen te hangen. Er wordt in de voortuin gegraven en de mannen maken slim gebruik van boorgaten van eerdere kabelaansluitingen. Er worden zaken doorgemeten, telefoontjes ter controle gepleegd en iemand kan ergens zien dat de aansluiting perfect zijn. Even komt er dat klein gevoel van wantrouwen in mij op. Kan dat piepdunne glasvezeltje dat nu in een geheimzinnig kastje mijn huis binnenkomt ook gegevens terugsturen naar, ja waarheen. Heb ik Big Brother zo juist binnengelaten en ook nog van een kop koffie voorzien?
De mannen zijn weg. Wat rest is een klein beetje boorstof. Ik pak de stofzuiger. Ik heb glasvezel, maar zal het niet gebruiken.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links