Egypte

Ik heb niet zoveel met Egypte. Niet dat ik de huidige ontwikkelingen niet volg, maar het raakt me niet echt. Natuurlijk vind ik het geweld dat er plaatsvindt afschuwelijk. Ik hou niet van geweld, ik hou er niet van dat mensen elkaar pijn doen, stenen gooien, machetes op de keel zetten. Laat dat duidelijk zijn. Maar de kwestie raakt me niet of nauwelijks. Ik heb de laatste 30 jaar nauwelijks een mening gehad over Mubarak en kwam er pas de laatste weken achter dat hij ook een voornaam had. Hosni. Niet eens Achmed of Mohammed. Ik dacht dat alleen westerse politici voornamen hadden. Hoeveel mensen weten dat Poetin Vladimir heet?
Ik ben nooit in Egypte geweest. Misschien dat het daardoor een beetje ver van mijn bed blijft. Ik kan me niet associëren. Was het in Rusland, Nicaragua geweest, desnoods Japan of Taiwan dan had ik er beelden uit eigen geheugen bij kunnen verzinnen. Nu moet ik het doen met wazige plaatsjes van een groot plein, gefilmd van achter een balkonhek. Een immense betoging, dat wel. En daar kan ik me dan wel weer wat bij denken. Ik heb, zij het beperkt, demonstratie-ervaring. In 1966, het jaar dat ik in Amsterdam woonde,  liep ik al mee in een pro-Israëlbetoging. Onvoorstelbaar, maar die had je toen nog. En ik was erbij in Amsterdam en Den Haag, de grote betogingen tegen de plaatsing van kruisraketten (die er al lang stonden). Een paar jaar geleden stond ik op het Museumplein te roepen dat Nederland beter verdiende. En pas nog in Nijmegen schreeuwde ik mee voor cultuur. De stille tochten bij de dodenherdenking op 4 mei door de stad tel ik niet mee. Dat is meer een herdenking. Maar de echte demonstraties waren allemaal vreedzame betogingen. Dat staat me tegen in wat er in Egypte nu gebeurt. Het geweld. Die dreiging van burgeroorlog met onzekere afloop. Ik ben van na de oorlog, en dat wil ik zo houden. En ik hou niet van vechten en ruzie. Thuis niet, nergens niet, ook niet in Egypte.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *