Sinterklaas is al weer een week of zes het land uit en met zijn vertrek lijkt ook de zwarte-pieten-discussie ook wat geluwd te zijn. Alle pieten, zwart, regenboog, roetveeg of wat voor een kleur dan ook lijken weer veilig in Madrid aangekomen te zijn. Maar Nederland is een creatief landje als het gaat om controversiële gespreksonderwerpen te verzinnen of over te nemen. En zo konden we ons lekker druk maken over de #Metoo beweging. Veroordelingen gebaseerd op verdachtmakingen, gemor waarin nuances niet van pas leken te komen en relativerende verklaringen niet gepruimd werden en ijlings weer werden ingetrokken. De ondraaglijk preutsheid van het bestaan. Genoeg daarover, want we hebben een nieuw of in ieder geval opgepoetst onderwerp.
Onze helden blijken namelijk helemaal geen helden te zijn, maar vuige uitbaters van menselijk leed, exploitanten van onderdrukking en koloniale kwelgeesten met niet anders in hun zin dan het eigen gewin. Neem nou zo’n Johan Maurits. Hij is al meer dan 300 jaar dood, maar houdt nu de gemoederen bezig als ware hij nog steeds bezig met het uitbuiten van onderdrukte volkeren en de voor ons land zo lucratieve slavenhandel. Om daarvan uit te rusten bouwde hij het naar hem vernoemde Mauritshuis, nu een prachtig museum direct naast het torentje van de minister-president die eigenlijk, lang leve de politiek correctheid, ook vond dat het maar vernoemd moest worden. Ik ga het doen en laten van Johan Maurits niet vergoelijken. Wel maakt de naam Johan Maurits oude jeugdherinneringen bij mij wakker. Mijn 19 jaar oudere broer was toen ik 3 of 4 was dienstplichtig matroos bij de marine en voer op de naar de gouverneur van Brazilië vernoemde HMS Johan Maurits. Een schip dat nu allang uit de vaart is.
Van mij mag het Mauritshuis Mauritshuis blijven heten. En van de Coentunnel lig ik ook niet echt wakker. Ik woon in de Van Langeveldstraat. Van Van Langeveld (1635-1695) weet ik alleen maar dat het een zo goed als vergeten schilder was, maar wat de goede man verder uitgespookt heeft?
Ach, vernoemingen. Luister maar naar Shakespeare: “What’s in a name? That which we call a rose by any other word would smell as sweet”.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links