Ik weet niet of u die uitdrukking kent, lieve lezers (met dank aan Ds. Gremdaat): Onbestorven weduwnaar. Zo voel ik mij nu in meer of mindere mate. Een kleine rondgang op Internet leert mij dat een onbestorven weduwe omschreven wordt als: “D.i. ‘eene vrouw die niet door den dood van haren echtgenoot tot den staat van weduwe gebracht is, maar door zijne langdurige afwezigheid, uitlandigheid, of door scheiding, enz. als ’t ware als weduwe is achtergelaten.” Ik neem aan dat in dit citaat straffeloos de vrouwelijke vorm ingeruild kan worden voor de mannelijke.Natuurlijk is de ene onbestorven weduwe de ander weduwnaar niet, maar mijn Gade is uitlandig en afwezig. Wij zijn gescheiden. Over dat langdurig kunnen we van mening verschillen. Is 10 dagen gelijk aan langdurig? Ik sprak onlangs een mevrouw die maar één nachtje niet bij haar man zou slapen en die man vond dat al hoogst vervelend, ervoer dat als een eeuwigheid. Ik mag dus 10 dagen best langdurig noemen. Maar echt achtergelaten, nee, dat voel ik mij niet. Kan ook haast niet met de moderne media. Ik krijg berichten hoe het in Adelboden is, zie zonnige foto’s van besneeuwde bergtoppen. De uitlandigheid levert geen echte scheiding op, maar toch voelt het een beetje anders dan anders. Ook de vriendenkring kijkt er anders tegen aan. Normaal kook ik door de week de maaltijd voor Gade en mij, maar nu zij minder dan 10 treinuren van mij verwijderd is, lijken zij dat vergeten te zijn en vliegen de uitnodigingen om te komen eten laag over. De komende vier dagen ben ik onder de pannen, etenspannen wel te verstaan en ik heb zo het vermoeden dat er nog wel wat invitaties bijkomen. En zo niet, dan staat er nog een te verwarmen kliekje in de koelkast. Ik mag dan wel een onbestorven weduwnaar zijn, omkomen van de honger zal ik zeker niet. Ik brutsel wel ”een aangenaam etensmaal, met spekjes of wat dan ook erin” (Nogmaals met dank aan de dominee).
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Hadden we geen bootvluchtelingen gehad, dan mocht je bij ons ook wel een vorkje meeprikken. Helaas, dit valt dus in de categorie ‘ Dat hebben we niet gewonnen’ ;-))