Vandaag is het gedichtendag. Het thema is dit jaar ‘Humor’. Dat zal wel weer het nodige gelach opleveren. Jaren geleden, in 2007, toen ik nog regelmatiger dan nu wel eens een versje produceerde schreef ik voor gedichtendag dit:
Hoera, vandaag is ‘t gedichtendag,
Die dag dat ieder dichten mag.
Maar als ik dit vers zo eens bezie:
‘t Is een lange weg nog naar d’echte poëzie.
Voor de aandachtige lezer van dit blog moet het een feest van herkenning zijn, want ik publiceerde dit eerder op gedichtendag 2013. Maar gedichten, en zelfs versjes, hoe krakkemikkig ook, kunnen niet vaak genoeg gelezen worden.
Het thema van dit jaar is dus ‘Humor’. De mooiste omschrijving van humor leen ik van de Zwitserse clown Grock: “Humor is wenn man trotzdem lacht.” Humor is niet alleen maar lollig, echte humor vindt zijn wortels ook of misschien wel vooral in dat wat niet zo leuk is, misschien zelfs droef stemt. Een droefenis die overwonnen wordt door humor. Humor, die tussen de regels doorsijpelt, relativeert. Het verdriet niet minder maakt, maar wel milder.
Ik begon op mijn veertigste serieus met het van tijd tot tijd opschrijven van een versje. Mijn eersteling ging over die verjaardag:
En veertig is,
zo zei men mij,
begin van ’t nieuwe leven.
Maar toen ik in de spiegel keek,
had -zelfs niet heel even-
mijn gezicht ook maar de schijn
als was het pas geboren.
De ochtend van mijn veertigste
heb ik me toch maar weer gewoon geschoren.
Humor? Ach, in ieder geval goed voor een glimlach. Ik schreef dit gedichtje in 1985 op de dag dat ik veertig werd. We zijn nu meer dan dertig jaar verder. Nooit gedacht dat ik dat zou halen. Dat is pas echt lachen.