“Je kent me zeker niet meer?” De man houdt me staande voor de ingang van de boekwinkel. “Ik was extra voor jou gekomen, voor de presentatie van Nijntje in het Nijmeegs, maar nou zie ik dat dat pas morgen is.” Hij had er over in de krant gelezen, mijn naam gezien en gedacht, kom laat ik daar eens even gaan kijken. Maar hij was een dag te vroeg. “Maar ken je me nog?” Zijn gezicht roept geen enkele associatie bij mij op. Geen idee in welke periode van mijn leven ik hem moet plaatsen. Kan net zo goed 10 als 40 jaar gelden zijn, weet niet of ik hem ooit als trouwambtenaar het huwelijk heb ingeloodst of dat het een van mijn cursisten bij de Verkenners is geweest. Ik draai er niet om heen en zeg dat ik geen flauw idee heb wie er tegenover mij staat. Vriendelijk gezicht, met een lichte twinkeling in zijn ogen als hij ziet hoe diep ik in mijn geheugen aan het graven ben om toch maar een spoortje te vinden dat mij naar hem zou leiden. Maar het blijft stil, alleen het kraken van mijn hersenpan moet hoorbaar zijn. “Zeg het maar waar ik je van ken.” Hij noemt zijn naam, die levert niet onmiddellijk een gezicht op, maar ik kan de man van nu precies plaatsen als het jongetje van toen. Hij woonde in dezelfde straat als ik en op weg naar school (in die tijd liepen kinderen nog gewoon naar school) belde ik bij hem aan en liepen we samen verder. Dat was 60 jaar geleden. We noemen namen, reconstrueren de nu deels gerenoveerde straat waar we woonden, halen herinneringen op aan toen. Ik probeer namen terug te halen, we helpen elkaar daarbij. Heel even wordt mijn lagereschooltijd van toen weer levendige herinnering. Nee, hij weet niet of hij morgen weer komt voor de presentatie. Hij woont niet meer in de stad, maar wie weet. We schudden handen en gaan ieder ons weegs en 60 jaar wordt weer geschiedenis.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Ik was het niet, maar was ook een dag te vroeg. Leverde een aander geweldig boek op: “Bij mij op de maan”.