Wijk

Het is loeiheet in het zaaltje van het wijkcentrum. Een groep actieve bewoners van de wijk waar ik ooit woonde heeft een politieke avond georganiseerd over het wel en wee van hun woonomgeving. Als ik vertrek, merkt Gade op dat ik vanwege de warmte waarschijnlijk maar weinig mensen daar zal zien. Dat valt nog fiks mee. Bijna alle politieke partijen hebben een afvaardiging gestuurd en verder zijn er een stuk of tien betrokken wijkbewoners  uitgenodigd en ook nog twee oud-bewoners. Ik behoor tot die laatste categorie. Ik heb nog steeds wat met Hatert, de wijk waar het over gaat. Ik ga nog wel eens naar de voetbalclub en mijn Ex woont er nog steeds. Mijn kinderen zijn er opgegroeid. Ik woonde er van 1975 tot 1993. Een daarom mag ik meepraten. Naast de genodigden zijn er ook nog een dertigtal belangstellenden, die vrolijk aan de discussie mee doen. De discussie wordt geleid door een landelijk bekend journalist, wiens wieg in Hatert heeft gestaan en die een graag geziene gast in de wijk is gebleven. Er is ook nog een interview met de wethouder en de directeuren van de drie woningbouwverenigingen die het woningenbestand beheren.
De wijk kreeg ooit het etiket probleemwijk opgeplakt. Een etikettering die averechts leek te werken. De wijk kreeg een veel slechtere naam dan dat zij verdiende. Overlast, criminaliteit leken veel meer haar beeld te vormen dan er in werkelijkheid was. Als we je een probleemwijk noemen, dan zul je dat ook wel zijn! En probeer zo’n imago maar eens te keren. Dan heb je aan tien groenstrookjes en een Johan-Cruijff-veldje lang niet genoeg.
De discussie gaat niet alleen over de al dan niet vermeende wijkproblemen. Er komen ook lokale problemen aan de orde. De vertegenwoordigers van de gemeenteraad voelen er wel wat voor een gemeentelijke wietplantage te beginnen. De bewoners hopen dat die dan niet in hun wijk komt, daar hebben ze er al genoeg van.
Ik constateer nog een groot verschil tussen de wensen van de bewoners en een directeur van een woningbouwvereniging. Natuurlijk zal hij huurdersinspraak bevorderen, maar dan wel op gemeentelijk niveau, niet op buurt- of wijk niveau. Zou de goede man nu echt niet weten dat mensen niet in de eerste plaats in een gemeente wonen, maar vooral in een wijk, een buurt.
Het wordt nog steeds warmer in het zaaltje. Ik blijf maar kort bij de na-borrel en vertrek weer uit de wijk waar ik zo plezierig heb gewoond en waar ik zonder problemen aan terugdenk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *