Trampoline

Ooit maakte ik met Gade een ballonvlucht. Het was een verjaardagscadeautje dat ik van haar kreeg. Op een winderige dag stegen we op en het was een piekervaring. In een op het oog wankel mandje onder zo’n reusachtige ballon zagen we 60 kilometer Nederland onder ons voorbij trekken. Je ziet de wereld eens van een heel andere kant en het valt op hoe wij het land hebben opgesneden in ontelbare kleien kaveltjes, met een schuttinkje er om heen. Dit is mijn stukje grond, dit is mijn achtertuintje, dit is van mij. In heel veel van die achtertuintjes, in schrikbarend veel van die achtertuintjes, zie je vanuit de ballon een cirkel liggen. Nederland barst niet alleen van de rotondes, maar is ook vergeven van de trampolines. In sommige straten heeft elk huis een trampoline in de achtertuin. Toen mijn kinderen klein waren was dat nog niet aan de orde. Zij zijn nog van de trampoline-loze generatie. Ik weet niet wanneer de trampoline aan zijn opmars is begonnen, maar vanuit mijn hoge ballonpositie zag ik dat de trampoline als een epidemie over het land getrokken was. Eenmaal terug op de grond vervaagde het beeld van de trampoline. Tot een paar dagen geleden. Suzanne, de dochter van een vriend meldde via Facebook dat zij meedeed aan een wedstrijd. Zij had een filmpje op internet gezet en als er genoeg mensen op dat filmpje stemden, kon zij drie maanden gratis trampolineren verdienen in een trampolinecentrum in Eindhoven. In het filmpje zie ik haar de meest miraculeuze sprongen op haar trampoline maken. Een jaloersmakende jeugdige lenigheid, die mij, ook toen ik zo oud was als zij nu, nooit ten deel is gevallen. Ik heb verschillende keren op haar filmpje gestemd. Dat kon elke 24 uur. Vandaag is de laatste dag dat er gestemd kan worden. Zij staat maar een paar stemmen voor op een rivale. Ik kan dadelijk weer stemmen en hoop haar zo de eerste prijs te laten winnen. Mocht zij winnen, blijft er een probleempje. De springhal, waar de trampolines overigens rechthoekig zijn, staat in Eindhoven. De kandidate woont in Utrecht. Dat is wel een heel eind springen!