Wanorde

Ik schreef over de gasten die wij een tijdje in huis hebben. Ik deed voorkomen dat zij geen enkele tegenprestatie leveren voor hun verblijf. Dat is niet helemaal waar. Voor een gereduceerd tarief schilderen zij een deel van de binnenkant van het huis weer fris. Ik zelf zoek dat soort karweitjes helemaal niet. Los van het feit of ik dat allemaal nog zou kunnen, heb ik zo goed als niets van de zelf-doener in mij. Ik ken mensen die in vervoering raken over de klussen die zij in huis verrichten. Nee, ik haal daar geen enkele bevrediging uit. Ik zie er de lol niet van in. Een lamp verwisselen, ergens een nieuwe stekker aan maken, dat lukt nog wel. Maar een klusje van iets grotere omvang is niet meer aan mij besteed.
En nu verkeert een deel van het huis in grote wanorde. Eigenlijk ziet het er uit als mijn bureau, maar daar weet ik wel de weg. Nu is de tussendeur tussen onze boven- en benedenwoning gebarricadeerd en liggen op de vloer en de trap oude lappen. Gordijnen en jaloezieën zijn verwijderd en om mij heen is het geluid van schuren en plamuren. Het aanrecht staat vol met emmers, verfbussen en kitspuiten. Met de grootste moeite kan ik  bij het koffiezetapparaat. Ik moet onmogelijke vragen beantwoorden. Of er nog grondverf in de kelder staat en of daar toevallig ook nog kit bij ligt. Ik zou het niet weten. Daar ga ik niet over. Gade is opdrachtgeefster, ik ben degene die het ondergaat en lijdzaam wacht tot het huis er weer stralend uitziet. De deuren mij weer tegemoet glanzen, de gordijnen weer opgehangen, de jaloezieën weer vastgeschroefd. Maar dat zal nog wel een paar dagen duren. En in de tussentijd voel ik mij een gast op mijn eigen werkkamer. Het hoekje waar mijn bureau staat voelt als een veilige enclave in een schilderswerkplaats.
In werkelijkheid valt het eigenlijk allemaal best mee, maar als ik dat naar waarheid zou beschrijven, blijft er van dit blog zo weinig over.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *