Oversteek

Als kind, ik zal 10 of 11 zijn geweest, ben ik een keer een dichtgevroren Waal overgestoken. Het was een avontuur dat mijn ouders pas te weten kwamen toen ik veilig en wel weer terug was aan de Nijmeegse kant. Wij woonden op een steenworp afstand van de rivier en de boorden van de Waal en de daarbij horende haven waren ons speelterrein. Een speelterrein dat omzoomd werd door een haag van waarschuwingen van vooral mijn overbezorgde vader. Niet te dicht bij het water komen, niet voorbij de bolders, blijf liever aan deze kant van de dijk.  Dat waren de piketten die hij uitzette en waar ik, braaf manneke als ik was, mij meestentijds aan hield.
De avontuurlijke overtocht naar de overkant van de Waal maakte ik niet met mijn vader. Dat was nooit iets geworden. Als ik dat voorgesteld zou hebben zou hij hemel en aarde bewogen hebben het onmiddellijk warm water te laten regenen, zodat zo’n tocht onmogelijk zou worden.
De vader van mijn vriendje Wim was van gans ander allooi. Tientallen jaren jonger dan mijn vader, dat alleen al maakte het grote verschil en met een vaderlijke bezorgdheid die ruimte liet voor opengevallen knieën en schrammen. En zo kwam het dat ik samen met Wim en zijn gelijknamige vader de toegevroren Waal overstak.
Hoe kom ik er bij om begin september te schrijven over een bevroren rivier? Het is een prachtige nazomer. Niets nog wijst op sneeuw en ijs, op temperaturen onder nul, laat staan dat er enige aanleiding is om de Waal dichtgevroren te zien. Nee, in het daagse leven is daar geen enkele reden voor. Maar ik heb meer dan een overdagleven. Ik heb een levendig droomleven. Elke nacht wordt geïllustreerd door de meest fantastische dromen. Soms heel spannend, vaak heel beeldend en mooi.
Vannacht droomde ik dat de Waal weer half bevroren was en deels over water lopend bereikte ik de overkant, samen met twee zwemmers, een man en een vrouw. Ik bewonderde hun moed het koude water te trotseren en verbaasde mij over de fles oranjebitter die ik van hen kreeg, terwijl zij toch moesten weten dat ik geen alcohol dronk. Zo’n droom dus, vol logische onlogica. Daarom moest ik toen ik wakker was aan mijn wandeling over de Waal denken en er een stukje over schrijven. Ook al zit de Waal niet dicht en zal dat misschien ook wel nooit meer worden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *