Soprano

Vanochtend in een uur radio wel vijf keer gehoord dat Tony Soprano gestorven is. Natuurlijk hadden ze het over de acteur James Gandolfini die hem in een aantal series zo onnavolgbaar neerzette. Maar de nadruk kwam toch te liggen op zijn rol als lokale maffiabaas in New Jersey.
Lang voordat Gade en ik de 66 uur Heimat 1, 2 en 3 van Edgar Reitz bekeken en ons halve bewoners van de Hunsrück voelden, maakten we deel uit van de bevolking van New Jersey en leefden uitgebreid mee met de avonturen van Tony Soprano, zijn vrouw, kinderen en zijn psychiater. Bij het begin van elke aflevering volgden we de autorit naar New Jersey en elke keer weer riep ik “Pizza” als dat woord in beeld kwam. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat we niet alle zes seizoenen gezien hebben. Gade denkt van wel, maar ik geloof dat we tot en met het vierde seizoen zijn gekomen. Doet er ook niet toe. We genoten van de onbehouwenheid van Tony. Je zoekt altijd naar een identificatiefiguur en die had ik in Tony Soprano gevonden. Niet wat zijn gewelddadigheid betreft. Daar zou ik veel te laf voor zijn. Maar ik kon mij herkennen in zijn vaste gang naar de koelkast. En ik zou willen dat ik zo’n sonoor stemgeluid had.
Als ik tijdens het schrijven van dit stukje nog eens een en ander overdenk, herinner ik me dat ik misschien wel al eens over de Sopranos heb geschreven. Ik duik in mijn archief en zie, op 8 september 2011 schreef ik dat ik dat weekend was begonnen met het kijken naar de dvd-serie die wij te leen hadden gekregen. Inderdaad de eerste vier seizoenen.
Het overlijden van James Gandolfini is misschien een mooie gelegenheid ook de seizoenen 5 en 6 eens te lenen en er dan achter te komen hoe het met Tony Soprano is afgelopen. Zal vast niet aan een hartinfarct tijdens een vakantie in Rome zijn gestorven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *