Krant

Een van de bewoonsters van mijn straatje lijkt even een tegengesteld bioritme te hebben. Op een dag gebeurt het een paar maal dat als ik aankom, zij weggaat. Toeval uiteraard. Met een andere buurvrouw komt het van tijd tot tijd voor dat we gelijk de deur uitgaan. Toeval uiteraard. Of een geval van synchroniciteit?  Meer een slechte imitatie van een weermannetje en -vrouwtje, die tegelijk uit hun huisje komen. Wie zal het zeggen?
Als we elkaar op een dag zo een paar keer ontmoeten zegt de eerste buurvrouw het gebruikelijke: “Nog een keer en dan moet je trakteren.” Maar ze vraagt ook of ik ‘De Gelderlander’ heb. Nee, ik heb De Gelderlander niet. Ik heb de NRC·next. Ze vertelt dat ze binnenkort met pensioen gaat en het lijkt haar dan zo lekker om uitgebreid de plaatselijke krant te lezen. Ze heeft nu al wel De Volkskrant, maar het lijkt haar zo fijn om straks als vrije dagen haar deel zijn uitgebreid ook het lokale nieuws te kunnen lezen. Of ik er niet voor voel samen een abonnement te nemen. Kunnen we er allebei van genieten. Nee, daar voel ik niks voor. Ooit moest ik voor mijn werk De Gelderlander bijna dagelijks spellen en het was een verademing dat ik na mijn pensionering daarmee kon stoppen. Niet dat ik echt iets tegen die krant heb, maar voor mij is er zelfs na al die jaren nog  een sterke associatie met werk. En het plezierige van pensioen is nu net dat er niet zo veel meer hoeft, ook niet het min of meer verplicht doornemen van de lokale krant. Voor de kleine nieuwtjes heb ik genoeg aan het wekelijkse advertentieblad en wil ik echt iets weten dan is er de internetpagina van het betreffende dagblad of van het plaatselijke tv-stationnetje.
Ik moet de buurvrouw dus teleurstellen. Ik ga met haar geen krantenabonnement delen. Maar ik kan haar wel vragen de krant hardop voor te lezen. Onze huizen zijn zo gehorig dat ik dan toch heel wat van het plaatselijke nieuws meekrijg.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *