Noord

Gade was gisterochtend nog niet thuis. Via de telefoon raadde ze mij aan een stukje te gaan fietsen. Het was zo’n prachtig weer. Het zou me goed doen en was ook een mooie gelegenheid de calorieën van de maaltijd bij vrienden de dag eerder er wat af te rijden. Als het mij zo uitkomt ben ik een volgzaam type. Tegen enen stapte ik op de fiets, maar waar heen? Ik besloot tot een rondje door het nieuwe Nijmegen. Nijmegen-Noord. Honderden jaren had de stad geen noorden gehad. Alleen een centrum dat zich naar oost, west en zuid uitbreidde, maar niet naar het noorden. Daar lag de Waal, die de stad tegenhield noordwaarts te gaan. Tot voor een paar jaren. Toen werd de sprong gewaagd en werd mijn vaders geboortegrond bij de stad getrokken.
Ik fiets over de dijk richting Oosterhout. En zie hoe er ruimte voor de rivier gemaakt werd. Er ligt een brug te wachten om op zijn plaats gevaren te worden. Heel veel bogen overspannen de uiterwaard en er zijn wegen geblokkeerd, dijken afgezet om het werkverkeer vrije doorgang te geven. Alleen fietsers en hulpdiensten mogen er langs. Ik vraag me af hoe een ambulance of brandweerwagen de betonnen obstakels kan omzeilen. Als ik de dijk afrijd kom ik in een mij onbekend Nijmegen. Straatnamen waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden. Alle appelrassen hebben een straat gekregen en Romeinse vondsten. Ze zeggen mij niets. Ik rij door een mij vreemd deel van mijn stad.
De zon wil nog niet echt doorbreken. De kou knerpt mijn tere hart. Waarom heb ik geen muts opgezet? Even lijkt het er op dat ik niet precies meer weet waar ik ben. Zoveel nieuwe straten, zoveel nieuw huizen, zoveel mensen die hun auto wassen. Het moet dan toch warmer zijn dan dat ik voel. Dan wijst een bord mij waar ik heen moet om naar Lent te komen. Van daar ken ik de weg weer.
Als ik thuis kom lees ik op Facebook een berichtje van een oud-collega die daar in de buurt woont. “Ruik ik daar een beetje lente in de lucht?” schrijft zij. Ik heb niets geroken, noch gevoeld. Het duurt een hele tijd voordat de kou mijn lijf uit is. Dat krijg je er van als je naar het noorden rijdt.