“Ik denk dat ik op wat littekenweefsel zit.” Charlotte, de prikzuster van de prikpost in het nabije bejaardenhuis roert met de naald tegen een aderwand in mijn arm op zoek naar een doorgang om wat bloed af te tappen. Al jaren moet ik eens in de drie maanden zo ongeveer een of twee buisjes bloed laten aftappen. Slimme laborantes bepalen aan de hand daarvan allerlei waarden. Over een week hoor ik van de praktijkassistente van mijn huisarts of die waardes mooi binnen de marges vallen, er net boven zitten of misschien zelfs wel te laag zijn. Mijn waardes variëren van tijd tot tijd. Maar de marges ook. Als er weer ergens op de wereld een congres is geweest waar aspirant Nobelprijswinnaars een onderzoek hebben gepresenteerd, zijn 7,5 of 23 of 124 opeens te hoog of vallen net weer binnen een groen gebied.
Ik vertrouw de medische stand blindelings. Du moment dat ik een wachtkamer binnenkom overvalt mij een geruststellende hospitalisatie. De wereld buiten vervaagt. Ik beveel mijn geest in de handen van welke witte jas dan ook. Dat komt ook door de inerte lijdzaamheid die er van een volle wachtkamer uitgaat. Bij mijn apotheek is er ook een prikpost. Daar ging ik vroeger naar toe. Overvol was het daar. Bovendien was het een vreemde mengeling van patiënten waarbij bloed afgetapt moest worden en klanten voor de apotheek die een recept kwamen brengen of afhalen. Natuurlijk zijn beide groepen niet gezond. Maar de ene is al gediagnosticeerd, van de ander moet nog vastgesteld worden wat er aan de hand is. Het weet hebben van die splitsing verbroedert niet. Er wordt weinig gesproken in een wachtkamer. Zelfs niet als je een bekende ontmoet. Voor al de luisterende oren ga je geen vertrouwelijkheden over al dan niet vermeende ziektebeelden uitwisselen. Daarom ga ik tegenwoordig naar die andere prikpost in de buurt. Meestal kun je daar gelijk doorlopen.
“Als het pijnlijk wordt, moet u het even zeggen.” Ja, het doet pijn, even. Dan heeft haar naald mijn stugge ader aangeprikt. Bloed vloeit. “Zo, dat was het al weer.” Charlotte glimlacht geruststellend. Ze heeft niet voor niets een witte jas aan.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links