Warm

De ene slager is de andere niet. Dus voor een goed stukje vlees stap ik op de fiets. Het eindpunt is de slager die al voor de derde keer achter elkaar de beste biologische slager van het land is. Het is druk in de winkel. Kerstmis kom er aan en dan moet er extra gegeten worden. Als ik binnenkom, zegt een mijnheer tegen mij dat ik na hem ben: “Ze hebben hier geen nummertjesapparaat. Je moet het zelf bijhouden.” Ik bedank hem. Hij murmelt verder dat hij het maar onzin vindt, al dat extra eten met Kerst. Hem was het helemaal ontschoten dat die dagen er weer aankwamen. Hij kwam gewoon voor zijn anderhalf ons beenham en wat lamsgehakt, zoals elke week. En nu is hij in een overvolle winkel beland, waar iedereen meer dan gewoonlijk bestelt en waar hij ook nog een fiks aantal niet-vaste klanten ontwaart die op de kwaliteit afkomen. “Biologisch, weet je.” Ik probeer gevat te antwoorden dat bij deze slager de biggetjes nog glimlachend ter slachtbank gaan. “Daar gaat het niet om mijnheer. Slachten is slachten, maar het vlees hier heeft voor die tijd nog een menswaardig bestaan gehad.” Ik moet toegeven, dat is iets wat je van heel veel mensen niet kunt zeggen.
Ondanks de drukte gaat het erg snel. Er staan ook maar liefst 6 slagershulpen achter de toonbank die snel en efficiƫnt helpen en geduldig antwoorden op vragen rond braadtijd en welk kruidenmengsel het best gebruikt kan worden en of er knoflook in de Poolse worst zit.
Ik ben aan de beurt. Vraag om hazenpeper en lasagne, een ossenworstje en hemelse ham. Ik reken af en ben tegelijk met mijn voorganger geholpen. Samen verlaten we het pand, de deur voor elkaar openhoudend. De winkel is nog steeds net zo vol als toen ik kwam. Ik wens hem prettige dagen. Hij kijkt me bijna wantrouwend aan. “Dank u wel mijnheer, het zelfde, maar het weer is er anders niet naar. Veel te warm.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *