Al in het begin van de jaren 50 van de vorige eeuw kregen wij telefoon. Als een van de eersten in de buurt. Alleen kruidenier Jansen, waar wij boven woonden, had zo’n apparaat. De winkel fungeerde dan ook als openbare telefooncel. Voor een dubbeltje kon je er bellen. Dat was ook het bedrag dat buren die bij ons kwamen bellen, betaalden. Eigenlijk best veel geld in die tijd, bedenk ik mij nu. Maar het hebben van een telefoonaansluiting was ook een luxe. Ik weet nu nog ons eerste nummer. 31738. Makkelijk te onthouden. Een sommetje 31+7=38. Waarom wij een telefoon kregen? Ik zou het niet meer weten. Misschien had het iets te maken met mijn oudste broer, die bij de Bescherming Bevolking, de BB zat. En was hij onderdeel van een telefoonketen, die als er rampspoed dreigde, opgeroepen werd om het Waterkwartier tegen de Russen en/of hoogwater te beschermen. Maar waarschijnlijk is dit een apocrief verhaal, uit verschillende herinneringsflarden samengesteld. De telefoon was toen nog iets bijzonders . Een bakelieten apparaat, stevig tegen de muur geschroefd met een actieradius ter lengte van het snoer van de hoorn naar het toestel. Anderhalve meter.
Kom daar nu eens om. Telefoons zijn iets groter dan een bankpasje en vrijelijk overal mee naar toe te nemen. En iedereen heeft er minstens een. Gade ook. Of liever gezegd, die had er een. Zij is die van haar kwijt. Zo goed als zeker samen met haar handschoenen in de trein laten liggen. Dus wij afgelopen zaterdag de stad in. Gewapend met uitdraaien van de registratie van haar instelling bij de Kamer van Koophandel en legitimatie naar de telefoonwinkel. Een nieuwe sim-kaart. Maandag is ze weer in de lucht, want op haar werk ligt vast nog wel een niet meer gebruikt toestel. De twee die wij nog thuis hadden liggen, stuurden we kort geleden naar de Stichting AAP. Voor het goede doel. In het vervolg er toch maar eentje in reserve houden. Na de telefoonwinkel gingen we naar de handschoenenwinkel. Al het verlies is weer aangevuld. Het blijft een risico, maar mobiele telefoons en handschoenen schroef je niet vast aan de muur, tenzij je het functieverlies accepteert.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Hé wat jammer, dat je niet gewoon bij “gevonden voorwerpen” je spullen op kunt halen.
Wij hadden ook zo’n telefooncelfunctie thuis. Ik spreek over het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw. Ook bij ons een aan de muur geschroefde telefoon. Een zwarte. Als je met de schijf een nummer draaide snorde die met een typisch geluid terug in de beginstand. Het kwam voor dat wij gebeld werden door iemand die de buren wilde spreken. Mijn vader of moeder ging dan aanbellen bij de buren om te vertellen dat er iemand aan de telefoon was. Later gingen ook de dochters van de buren bij ons in de gang met hun vrijers bellen. Toen ging de aardigheid er – in ieder geval voor mijn vader – snel af. En hij was niet het type om met dit soort ongewenste intimiteiten – al moest die woordgroep nog worden uitgevonden – lang aan te sukkelen. Ja, liefde maakt meer kapot dan een telefoon goed kan maken.