Albert Heijn. Ik heb maar een paar boodschappen. Voor mij een mevrouw met een hele band vol. Zij heeft zojuist een mevrouw voorgelaten die maar twee vergeten boodschapjes had. Aardige doorlaatmevrouw dus. Als de mevrouw van de twee boodschapjes afrekent, begint die een praatje met de kassière, die zij blijkbaar goed kent. Babbel, babbel, klets, klets. Zo’n gesprekje dus. De mevrouw die doorgelaten heeft, hipt van haar ene been op het andere en kijkt mij, de wenkbrauwen opgetrokken, schouderophalend aan. Je ziet de spanning toenemen. En dan komt het er uit en richt zij zich tot de doorgelaten mevrouw: “Ik heb u doorgelaten, omdat u zei haast te hebben en nu gaat u hier een praatje staan te maken. Dat is niet de bedoeling. Ik moet ook verder.” De doorgelaten mevrouw grabbelt haastig haar twee boodschapjes van de band in haar tas, mompelt tegen de kassière: “Ik spreek je nog wel” en verlaat licht geïrriteerd het toneel. De doorlaatmevrouw moet afrekenen en stopt haar betaalpas in het pinapparaat. En dan toetst zij haar pincode in. Ze krijgt een foutmelding, haalt de pas eruit, stopt hem er opnieuw in en weer een foute pincode. Ze kijkt mij weer wanhopig aan, net alsof ik haar de juiste pincode zou kunnen instralen. “Ja, ik ben zo van mijn stuk door wat ik net gedaan heb, ik vind het zo gênant wat ik dan doe en wat ik zeg en wind me dan zo op dat ik me mijn pincode niet meer herinner.” Ik kijk haar geruststellend aan. Ik heb lang geleden besloten me niet meer aan wachten in rijtjes te ergeren. Je schiet er niets mee op, de rij wordt niet korter, noch gaat het wachten sneller voorbij. Kort tevoren bij de bakker stond ook de hele winkel vol. Je hoort binnenkomers dan moedeloos zuchten. Ik vermaak me door de mensen te observeren. Tijd genoeg voor in de rij. Doorlaatmevrouw probeert haar pincode voor de 3e keer. Bingo. Zij slaakt een grote zucht. “Goed zo,” zeg ik. “Ja,”glimlacht ze terug, “wat een onzin, hè.”
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Jan, het kan nog erger. Ik was boodschappen op de band aan het laden toen een oud vrouwtje zielig kijken een blik soep op de achterste rand van de band zetten (of beter: net achter de band). “Ah, gaat u maar even voor hoor,” zei ik mild en sympathiek.”Ja, meent u dat?” Ja natuurlijk.
Dus drong ze langs mij door naar de cassiere, in haar rechterhand het blik soep en met haar linker hand zo’n bejaardenkarretje achter d’r aanslepend, om de rits daarvan open te maken en een enorme hoeveelheid boodschappen tevoorschijn te halen. Wel heb je ooit…
Ze toonde wel aan wat ouderwetse beschaving is. En dan bedoel ik niet haar herhaalde schijnheilige, onderdanig lijkende bedankjes, maar mijn kalmte en flegmatiek, terwijl ik haar diep in mijn hart het liefste de winkel (AH Daalseweg) uit had willen schoppen. Daardoor werd na enkele seconden razernij mijn irritatie over zoveel schijnheilige gluiperigheid ruim gecompenseerd door het gevoel toch van een ouderwets degelijke beschaving deel uit te maken.
Helaas is het mij niet gelukt haar minzaam uit te zwaaien.