Lichaamstaal

Ik bespreek met Gade onze lichamelijke toestand. Die is los van wat geschiedenis- en leeftijdsgerelateerde ongemakken en -makjes niet bijster slecht te noemen. In onze uitwisseling komt ook de lever ter sprake. Gevat als ik ben vraag ik haar of zij nog iets op haar lever heeft. En dan komen we in een opsomming terecht van allerlei uitdrukkingen en zegswijzen die iets met je lijf te maken hebben. In een aantal gevallen ontgaat mij een direct verband met de zegswijze ende nu er aan vast zittende betekenis. Wat bijvoorbeeld heeft de lever te maken met de net gebezigde uitdrukking? Mijn boekje over Nederlandse gezegden leert me dat vroeger de lever beschouwd werd als de plaats waar druk werd ervaren. Maar ik lees er ook dat mannen met een witte lever de oorzaak waren dat hun vrouw vroeg stierf?! Het lijf is een onuitputtelijke bron voor gezegdes en levenswijsheden. Gade en ik gaan aan het verzamelen. Je hebt het onder de knie, achter de ellebogen, je zet je voet dwars, hebt er een hard hoofd in, je hart kan breken, ik word met de nek aangekeken of er met de haren bij gesleept. Ik heb er de buik vol van, zelfs als het geen halszaak is. Ik kijk mijn ogen uit, haal mijn neus er voor op, het komt me de oren uit en ik kan er met mijn verstand niet bij en heb mijn hoofd er niet altijd bij. En zo neemt de betrokkenheid op mijn lijf hand over hand toe. Want je lichaam moet je koesteren. Ik zet mijn schouders daaronder en houd mijn rug recht en zo nodig mijn poot stijf. Ik blijk een neus te hebben voor dit soort uitdrukkingen al krijg ik mijn vingers niet altijd achter de juiste betekenis. Dat drukt me dan wel weer zwaar op de maag.
Het werd een boeiende conversatie tussen Gade en mij, waarin we tegen elkaar op boden. Borst en kin vooruit. Een wedstrijdje in lichaamstaal. Zonder winnaar. We zijn gewoon twee handen op een buik.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *