Vrijdag

Heel lang geleden had ik ik les van mijnheer De Kroon. Zelfs op de Academie waar ik toen op zat heette dat  gewoon les. College was iets voor de universiteit. Wij kregen gewoon les. Ik heb er nauwelijks fantasie voor nodig om het kraken van de schoenen van mijnheer De Kroon te herinneren. Mijnheer De Kroon, -docenten hadden in die tijd nog geen voornaam, dat kwam pas als je na een stagejaar in het vierde jaar zat- had de gewoonte om zijn lessen al wandelend door de klas te brengen. En de schoenen van mijnheer De Kroon kraakten en begeleidden ritmisch wat hij ons probeerde te leren bij iedere pas.  Sociale filosofie en krakende schoenen zijn sinds die tijd voor mij onlosmakelijk aan elkaar verbonden.
Mijnheer De Kroon had zijn sociaal-filosofische kennis niet van zich zelf. Hij behandelde vooral de geschriften van professor R.C. Kwant. Ik weet niet of het voorbeeld uit de boeken van de hoogleraar kwam of dat mijnheer De Kroon het zelf had verzonnen maar hij maakte ons diets dat Robinson Crusoë, de romanheld gecreëerd door Daniël Defoe, die na een schipbreuk 28 jaar op een onbewoond eiland doorbracht, pas weer mens werd toen  hij Vrijdag ontmoette.
Mijn ziekenhuisbed is als een eiland waar ik de enige de enige bewoner ben. Nou ja, op zichtafstand zie ik nog wat van die zo goed als verlaten eilanden met een enkele bewoner. Ze zijn niet te beroepen. Ik zwaai wat, ze zwaaien terug, een enkeling reageert niet. Ik ben alleen, besta alleen voor mijzelf. BEZOEKTIJD.  Er meren kleine bootjes aan met 1, 2 mensen er in. Verderop spoelt een  drenkelingen aan op mijn zilverwitte strand. Hoe het met mij gaat? Ik voel mij weer mens worden. Ik word herkend, ik herken hen en noem ze vrijdag, zaterdag. Ik noem ze augustus en april, geef ze alle namen van de wereld en noem mijn eigen naam. Voor wie ik liefheb wil ik heten…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *